Auteur: admin

Ziektes die verband houden met verkeerde voeding

Ziektes die verband houden met verkeerde voeding

Katachtige ziekte van de lagere urinewegen (FLUTD)

FLUTD is een term voor aandoeningen van de blaas en de lagere urinewegen bij katten. Symptomen zijn onder meer pijn bij het plassen, vaak plassen, het hebben van bloed in de urine en soms helemaal niet kunnen plassen. Bacteriën of kristallen in de urine kunnen een boosdoener zijn, hoewel in veel gevallen in urinemonsters niets te zien is.

Urethrale verstoppingen – kristallen, stenen of ander afval die de plasbuis verstoppen zodat de kat niet kan plassen – komen vaker voor bij katers, hoewel het ook bij poezen kan voorkomen.

De meest voorkomende oorzaak van blaaskristallen zijn minerale afzettingen, ofwel calciumoxalaat of een combinatie van magnesium, ammonium en fosfor.

In het laatste deel van sectie Anatomie en zintuigen hebben we besproken hoe de nieren werken. De nieren produceren en concentreren urine. Vervolgens wordt de urine naar de blaas getransporteerd. Wanneer een kat niet genoeg vocht binnenkrijgt, kunnen mineralen zich gemakkelijker in de blaas afzetten en blaaskristallen vormen.

Het is erg belangrijk om ervoor te zorgen dat je kat een uitgebalanceerd dieet krijgt met veel vocht. Een kat aanmoedigen om voldoende water te drinken is vaak lastiger dan het laten eten van meer natvoer.

Katachtige diabetes mellitus

Katten kunnen ook diabetes (suikerziekte) krijgen. Net als bij mensen kan de hoeveelheid geproduceerde insuline de glucose niet verwerken. Glucose is de vorm van koolhydraten na het verteringsproces.

Een kat is niet gemaakt om veel koolhydraten te verteren. Als carnivoor is het de bedoeling dat de bloedsuikerspiegel stabiel blijft en niet fluctueert. Veel koolhydraten worden omgezet in vet en opgeslagen. Zwaarlijvige katten lopen daarom een hoog risico op diabetes!

Goede kattenvoeding moet preventief zo min mogelijk koolhydraten bevatten. Door ervoor te zorgen dat je kat voldoende beweging krijgt voorkom je zwaarlijvigheid (obesitas) bij je kat.

Een kat met diabetes zal veel drinken en plassen en heeft een bezoek aan de dierenarts nodig voor de juiste diagnose en behandeling. Bij de behandeling hoort in ieder geval een dieet met heel weinig of geen koolhydraten. Veel katten met diabetes doen het goed op natvoer.

Vitamine A-tekort en toxiciteit (vergiftiging)

Vitamine A is een in vet oplosbare vitamine en lost dus niet op in water. Katten halen vitamine A uit een dierlijke bron zoals de lever. Vitamine A speelt een belangrijke rol bij de groei, de voortplanting en het zicht. Een tekort aan vitamine A kan abnormale groei van botten en nachtblindheid veroorzaken. Ook kan het bijdragen aan infecties en stress gerelateerde aandoeningen.

Omdat vitamine A oplosbaar is in vet wordt vitamine A in de vetcellen van het lichaam opgeslagen. Het duurt lang voordat er sprake is van teveel vitamine A en het giftig wordt. Maar overdosering is nooit een goed idee. Als je kat een vitamine A-supplement nodig heeft, raadpleeg dan je dierenarts voor een juiste dosering bij het dieet.

Vitamine A heeft zink (een mineraal) nodig om door het lichaam te kunnen transporteren. Dit is een goed voorbeeld dat vitamines en mineralen elkaar nodig hebben om goed te kunnen functioneren.

Taurine tekort

Taurine is een van de elf essentiële aminozuren voor katten. Taurine is alleen te vinden in dierlijke bronnen. Vlees bevat taurine en de hoogste concentratie van taurine vinden we in de hardwerkende delen zoals het hart, de ogen en de dijspieren.

Taurine is nodig voor galvorming, de gezondheid van het oog en de hartspierfunctie. Een tekort aan taurine kan leiden tot de hartziekte Dilateerde CardioMyopathie (DCM), blindheid, abnormale groei bij kittens en problemen bij de voortplanting. Een tekort aan taurine is levensbedreigend en een van de redenen waarom een veganistisch dieet helemaal niet geschikt is voor een kat.

Uitgebalanceerde voeding, rijk aan vlees is een goede maatregel om ziektes te voorkomen en een kat gezond te houden.

Veel voorkomende ziektes

Veel voorkomende ziektes

Over het algemeen is de kat een gezond dier. Net als bij mensen kan soms zelfs de gezondste kat ziek worden. Hier beschrijven we enkele van de meest voorkomende ziektes.

Houd er rekening mee dat het erg belangrijk is om contact op te nemen met je dierenarts wanneer je kat ziektesymptomen vertoont! Als je kat veterinaire zorg nodig heeft, moet je ervoor te zorgen dat je kat dit krijgt. Het kan vaak een goed idee zijn om een goede huisdierenverzekering af te sluiten om kosten te verminderen.

Diarree

Diarree is niet ongewoon bij katten. Als de kat gewoon blijft eten en drinken, is er geen reden tot paniek. Wanneer de diarree echter meerdere dagen aanhoudt, als de kat stopt met eten en drinken of zich ziek voelt en zich niet normaal gedraagt, neem dan contact op met je dierenarts. Dit is nog belangrijker als het om kittens gaat. Vergeet niet te controleren op uitdroging!

Misschien wil je speciaal voedsel proberen, dat goed werkt bij maagklachten. Tegenwoordig zijn er verschillende voeren voor spijsverteringsproblemen te verkrijgen. Je kunt ook gekookte witte vis of kip geven (gekookt met een beetje zout, niets anders) samen met de bouillon. Voor katten die gewend zijn aan rauw voedsel kan lams- of rundvleesgehakt gemengd met wat gekookte en gepureerde wortel of pompoen werken. Denk eraan dat deze diëten op geen enkele manier qua voedingswaarde compleet zijn en slechts een dag of twee gegeven mogen worden.

Zelfs als je kat blijft eten en drinken, verliest hij vocht via de dunne ontlasting. Wat vochtvervanging geven is raadzaam. Idealiter zou je kat elk uur minstens 2 ml vochtvervanger per kilo lichaamsgewicht moeten krijgen, maar het is niet altijd gemakkelijk om te doen.

Er zijn vrij verkrijgbare medicijnen voor katten om te helpen bij diarree. Meestal bevatten ze probiotica in combinatie met andere stoffen die de ontlasting helpen te stabiliseren. Ze mogen alleen worden gebruikt als je zeker weet dat de diarree tijdelijk is en niet wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld vergiftiging of iets dat vastzit in de darmen. Gebruik het alleen bij kittens als je dierenarts dat zegt!

Constipatie

Als je kat problemen heeft om te poepen, soms zelfs zonder resultaat, dan kan hij verstopt zijn. De ontlasting die eruit komt is klein en hard en het kan pijnlijk zijn om eruit te krijgen. Net als bij diarree, kan je als je kat blijft eten en drinken en zich normaal gedraagt, proberen de kat extra vocht te geven, en bij voorkeur droogvoer te vervangen door blikvoer. Als je in Scandinavië woont, kan wei-boter (een boterhamspread gemaakt van wei) aan de kat worden gegeven, of pompoenpuree uit blik kan helpen om de ontlasting wat losser te maken.

Opgelet!

Indien de kat zonder resultaat zit te persen op de kattenbak (de kat ziet eruit alsof hij aan het poepen is) maar er komt niets uit, dan is het ook heel goed mogelijk dat de kat last heeft van urineretentie. Dit betekent dat de kat de blaas niet meer volledig of maar gedeeltelijk kan legen. (retentie betekent vasthouden). Urineretentie is acuut en kan snel levensbedreigend zijn. Als je niet helemaal zeker weet of het gewoon constipatie is, neem dan contact op met je dierenarts!

 

Problemen met plassen

Katten hebben zeer zelden urineweginfecties, maar ze kunnen een ontsteking van de blaas hebben die niet door bacteriën wordt veroorzaakt. De kat plast dan vaak maar elke keer niet veel. Soms lijkt het dat de kat ook pijn heeft om te plassen, wat ertoe kan leiden dat hij op totaal verschillende plaatsen gaat plassen ver van de kattenbak vandaan.

Sommige katten krijgen urinestenen. De urinestenen kunnen aangroeien en zodoende de urethra (urinebuis) geheel of gedeeltelijk blokkeren, waardoor de kat moeite heeft met plassen. Dit doet pijn maar tegelijkertijd heeft de kat de neiging om te plassen. De kat zal regelmatig naar de kattenbak gaan alleen zonder of met heel weinig resultaat. Er kan bloed in de kattenbak zitten. De kat likt zichzelf ook vaak rond de geslachtsorganen. Soms zie je dat de kat met zijn rug naar boven gebogen loopt. Plassen op andere plaatsen dan de kattenbak komt ook vaak voor.

Alle problemen met plassen hebben veterinaire aandacht nodig.

Als je vermoedt dat de kat niet kan plassen, moet je de kat onmiddellijk naar de dierenarts brengen, aangezien urineretentie acuut is en snel levensbedreigend wordt!

 

Braken

Katten kunnen af en toe overgeven zonder dat er echt iets mis is. Net als bij diarree, hoeft je niet in paniek te raken als je kat gewoon blijft eten en drinken en het meeste voer en water niet meteen weer wordt overgegeven. Als de kat echter blijft overgeven, als er bloed of wormen in het braaksel zitten, als je vergiftiging vermoedt of als er iets vastzit in de darmen, moet je contact opnemen met je dierenarts. Evenzo als je kat “zich ziek voelt” en zich niet normaal gedraagt, koorts heeft of uitgedroogd begint te raken.

Misschien wil je speciaal voedsel proberen, dat goed is voor maagklachten. Er zijn verschillende voedingsmiddelen voor spijsverteringsproblemen vrij verkrijgbaar. Je kan ook gekookte witte vis of kip geven (gekookt met een beetje zout, niets anders) samen met de bouillon. Voor katten die gewend zijn aan rauw voedsel kan lams- of rundvleesgehakt gemengd met wat gekookte en gepureerde wortel of pompoen werken. Denk eraan dat deze diëten op geen enkele manier qua voedingswaarde compleet zijn en slechts een dag of twee gegeven mogen worden. Als je kat niet eet omdat hij zich misselijk voelt, moet je hem geforceerd voeren. Als de misselijkheid aanhoudt moet je contact opnemen met je dierenarts. Katten mogen nooit langer dan maximaal een dag niets eten.

Bij braken is het zelfs nog belangrijker om te zorgen dat de kat vochtvervanging krijgt (zie 1-Kattenverzorging, gezondheidscontroles en goede dingen om in huis te hebben). Kleine hoeveelheden van 2-4 ml per kilo lichaamsgewicht per uur is ideaal.

Haarballen

Soms braken katten haarballen uit. Sommige katten braken eerst een haarbal uit en enkele minuten later een kleine hoeveelheid vloeistof en voelen zich prima. Om de hoeveelheid haarballen te verminderen, kun je de kat regelmatig borstelen of kammen.

cat hairball
Het klassieke braken van een haarbal.
Afbeelding van Flickr, gebruiker Maggie Osterberg, onder Creative Commons Licence.

Ooginfecties

Ooginfecties kunnen verschillende oorzaken hebben. Als er vocht uit de ogen van de kat loopt, maar de kat houdt zijn ogen wel open, dan kan je het oog behandelen met een fysiologische zoutoplossing. Zorg dat je schone handen hebt, gebruik schone katoenen doekjes en dompel deze in een fysiologische zoutoplossing. Maak het oog schoon. Je kan ook voorzichtig wat van deze zoutoplossing in het oog druppelen. Dit gaat veel gemakkelijker met een steriele fysiologische zoutoplossing, die je in een klein flesje bij de apotheek kan kopen.

Anaalklierinfecties

De anaalklieren van katten bevatten een stinkende vloeistof. Ze worden meestal geleegd als de kat poept, maar soms kunnen de klieren geïnfecteerd en geïrriteerd raken. Dan worden ze niet geleegd zoals zou moeten, de kat heeft daarbij dan hulp nodig. Tekenen van een anaalklierinfectie zijn onder meer dat de kat regelmatig aan zijn achterwerk likt of op zijn kont over de vloer schuift. Hier kun je zelf niets aan doen, dus bel je dierenarts.

Kin acne

Katten kunnen acne krijgen meestal op hun kin. Katten hebben daar talgklieren die een rol spelen bij geur markeringen, katten wrijven vaak met hun hoofd tegen dingen en mensen die ze leuk vinden. Soms kunnen talgklieren overactief zijn en te veel talg en keratine aanmaken. De acne lijkt op kleine zwarte vlekjes op de kin. Het is belangrijk om de kat te helpen om de kin schoon te houden. Was de kin bij voorkeur met een (schone!) badstofdoek met zeep en warm water. Als het erger wordt, kunnen er zweren en infecties ontstaan. In dat geval moet je contact opnemen met je dierenarts.

Sommige onderzoeken hebben aangetoond dat het vervangen van plastic bakjes door metalen-, keramiek- of porselein bakjes kan helpen.

Nierproblemen

Naarmate de kat ouder wordt, zullen de nieren minder goed werken. De nieren zijn het zwakke punt van de kat, daarom is het belangrijk om te letten op de symptomen van een verminderde nierfunctie (nierinsufficiëntie). Als een nierinsufficiëntie vroeg wordt ontdekt, kan deze niet genezen worden maar met een aangepast dieet kan de kat nog een lang en gelukkig leven hebben. Tekenen van nierinsufficiëntie treden langzaam op en zijn onder andere dat de kat vermoeider is dan voorheen, minder eet en meer drinkt, afvalt en spiermassa verliest.

Nierproblemen kunnen ook leiden tot een verhoogde bloeddruk, die zowel het hart als de ogen kan aantasten. Het is een goed idee om het bloed van je oudere kat jaarlijks te laten controleren op nierfunctie, leverfunctie en schildklierfunctie, om zo vroeg iets te kunnen ontdekken.

Vergiftiging

Katten zijn gevoelige dieren, zeker als het gaat om stoffen die via de nieren worden uitgescheiden. Er zijn veel dingen die giftig zijn voor katten. Hier zullen we enkele van de meest voorkomende noemen. Als je vermoedt dat je kat vergiftigd is, moet je onmiddellijk contact opnemen met een dierenarts! Een vroege behandeling kan het leven van je kat redden! Als je weet wat de kat heeft gegeten, breng dan de verpakking mee naar de dierenarts.

Lelies

Zorg dat je nooit maar dan ook nooit lelies hebt in een huishouden waar katten zijn!

Elk lid van de leliefamilie (inclusief lelietje-van-dalen) is zeer giftig voor katten en kan hun nieren niet meer laten werken. Elk deel van de bloem, wortel en bollen is giftig en soms kunnen extreem kleine hoeveelheden al dodelijk zijn. Als je zelfs maar vermoedt dat je kat lelies heeft gegeten, breng de kat dan onmiddellijk naar de dierenarts!

Paracetamol

Humane pijnstillers zijn dodelijk voor katten omdat ze deze stof niet kunnen afbreken. Een halve tablet kan al dodelijk zijn voor je kat! Symptomen zijn onder meer oppervlakkige snelle ademhaling, zwelling van het gezicht en wiebelen. Ook wordt het bloed van de kat bruin in plaats van rood. Net als bij lelies: als je zelfs maar vermoedt dat je kat paracetamol heeft gegeten, breng de kat dan onmiddellijk naar de dierenarts!

Ethyleenglycol

Dit komt voor in autokoelvloeistoffen, ruitensproeiervloeistoffen en remvloeistoffen. Katten worden meestal vergiftigd wanneer ze hun vacht schoonlikken. Wanneer deze stof door het lichaam wordt afgebroken, lopen de nieren en het hart schade op. Symptomen zijn onder meer braken, vermoeidheid, wiebelen en verhoogde dorst. Hoe eerder de kat onder behandeling komt, hoe groter de kans op herstel. Probeer geen producten in huis te hebben die ethyleenglycol bevatten. Er zijn autokoelvloeistoffen en ruitensproeiervloeistoffen die propyleenglycol bevatten, probeer deze te gebruiken in plaats van die met ethyleenglycol.

Rattengif

Over het algemeen zijn katten niet geïnteresseerd in het eten van aas van ratten en muizen dus het risico op vergiftiging is veel kleiner dan bij honden. Katten die jagen, eten misschien wel vergiftigde knaagdieren. Symptomen zijn bleke slijmvliezen als gevolg van inwendige bloeding, bloed bij braken en diarree, en blauwe plekken. Als het gebruikte gif de nieuwere alfachloralose is, zijn de symptomen bewusteloosheid en een vreemd hartritme. Een snelle behandeling betekent een goede kans op herstel.

Chocolade (theobromine)

Katten zijn nog gevoeliger voor theobromine in chocolade dan honden. Er zijn echter maar weinig katten die veel chocolade eten, dus vergiftigingen zijn zeldzaam maar komen wel voor. Symptomen kunnen tot 24 uur na inname optreden en zijn verhoogde dorst, braken, diarree, hyperactiviteit, snellere ademhalingsfrequentie en krampen. De symptomen worden behandeld want er is geen tegengif.

Uien en knoflook

Alle leden van de allium (= ui) familie zijn giftig voor katten en zorgen ervoor dat de rode bloedcellen worden afgebroken. Dit veroorzaakt bloedarmoede; de symptomen zijn misselijkheid, braken, diarree en bleke slijmvliezen. Een snelle behandeling betekent een goede kans op herstel.

Virale ziektes

Katten zijn gevoelig voor virussen. Voor veel virussen zijn er vaccinaties (zie 3-Vaccinatierichtlijnen) en het is een goed idee om de vaccinaties van je kat up-to-date te houden. Veel virale ziektes kunnen dodelijk zijn.

Het immuunsysteem van de kat is niet echt gebouwd om in grotere groepen te leven. Het risico op virale ziektes neemt toe met het aantal katten in een groep. Het liefst zou je niet meer dan 5-6 katten in een groep moeten houden.

Kattenziekte

Deze ziekte veroorzaakt door het feline panleukopenia virus (FPV), is een ziekte waartegen je kat beslist moet worden gevaccineerd! Zelfs als je kat niet buiten komt, kan je het virus via je schoenen van buitenaf mee naar huis nemen. Het is ook zeer resistent en kan tot een jaar in de omgeving leven en toch besmettelijk zijn. Het is gerelateerd aan het canine parvovirus type 2 (CPV-2) en je kat kan hierdoor ook geïnfecteerd raken. Vaccinatie beschermt ook tegen de hondenvariant. Symptomen zijn onder meer hoge koorts, braken en diarree (vaak bloederig) en pijn. Zelfs bij behandeling is deze ziekte vaak dodelijk.

Ziektes van de bovenste luchtwegen

Er zijn verschillende aandoeningen van de bovenste luchtwegen die katten kunnen krijgen. Ze verspreiden zich gemakkelijk in groepen katten en kunnen worden veroorzaakt door zowel virussen als bacteriën.

De betrokken virussen zijn het feline calicivirus (FCV) en feline herpesvirus (FHV-1), tegen beide moet je kat ingeënt worden. Vaccinatie betekent geen 100% bescherming tegen deze virussen, maar een gevaccineerde kat krijgt meestal veel mildere symptomen.

Het feline calicivirus is zeer besmettelijk en verspreidt zich meestal van kat-op-kat contact. Maar je kan het virus ook mee naar huis nemen. Het virus kan enkele weken buiten het lichaam overleven. Symptomen zijn onder meer koorts, niezen, lopende ogen en neus en vaak blaren en/of zweren in de mond en op de tong. Het feline herpesvirus wordt bijna altijd van kat tot kat verspreid, omdat het slechts een zeer korte tijd (ongeveer een dag) buiten de kat overleeft. Symptomen zijn onder meer koorts, niezen, lopende ogen en neus en soms longontsteking.

Bacteriën kunnen ook een oorzaak zijn van aandoeningen van de bovenste luchtwegen bij katten. Bordetella bronchiseptica wordt van kat tot kat verspreid en geeft een gevarieerd ziektebeeld. Van milde symptomen met koorts, niezen, loopneus en waterige ogen tot ernstige longontsteking waarbij de kat moeite heeft met ademhalen. Chlamydia felis wordt meestal van kat tot kat verspreid en veroorzaakt over het algemeen ooginfecties. Mycoplasma felis maakt eigenlijk deel uit van de normale bacteriën die katten hebben. Echter bij sommige katten, vooral als ze ziek door iets anders zijn, kan het ooginfecties veroorzaken.

Hoe duur is een Maine Coon?

Hoe duur is een Maine Coon?

Een Maine Coon kitten met stamboom is inclusief 2 vaccinaties (gereed voor 1 jaar), geteste ouders, chip, Felikat stamboom, koopcontract, een kittenpakket met voer en speeltjes en chip en Europees dierenpaspoort met gezondheidsverklaring van de dierenarts. Alle ouders van de kittens en ook grootouders worden getest op FIV, FELV, HCM, PKD en SMA. De kittens worden gecastreerd/gesteriliseerd voor verhuizing.

De ouderdieren worden met zorg uitgekozen. Er gaat veel tijd en geld zitten in het uitgebreid testen van de ouders van de kittens.  Wij doen er alles aan om ervoor te zorgen dat u een gezonde en sociale Maine Coon bij ons koopt. Het onderhouden van de cattery kost veel geld, dierenartskosten, cursussen, lidmaatschappen, krabpalen, kwaliteitsvoer, kittenproof kattenren, afgeschermde tuin, speciale schoonmaakmiddelen etc. Fokdieren vereisen de best mogelijke verzorging. Wij bezuinigen niet op de zorg voor onze katten en zullen alles in het werk stellen om mooie gezonde en karaktervolle kittens te fokken. Onze katten worden uitgebreid getest op erfelijke aandoeningen.

Daarnaast bent u verzekerd van vele foto’s vanaf reservering tot 14 weken. Bij reservering ontvangt u ook de foto’s vanaf geboorte als u dat leuk vindt. Bij het reserveren vragen wij een aanbetaling van 400 euro. De kittens kunnen vanaf 9 weken worden bezocht en daarna gereserveerd worden en kunnen met 14 weken (Als de kat naar het buitenland gaat dan krijgt deze een rabiës enting en mag daarom pas met 15 a 16 weken weg.) verhuizen. Zonder aanbetaling is een kitten niet gereserveerd.

Naast de aanschafkosten van zo’n mooie en stoere kat moet u ook rekenen op uitgaven voor de dierenarts (elk jaar de jaarlijkse vaccinatie), ontwormen 4 x per jaar, voeding (100-200 gram per dag) , kattenspeeltjes, krabpaal, mandjes, kattengrit, waterbakje, waterfontein, droogvoer, natvoer, katenbak, voerbakjes, transportmand, borstels.

U kunt ook kiezen voor een ziektekostenverzekering om onverwachte kosten bij de dierenarts te beperken.

Wilt u een Maine Coon kopen? Kijk dan op de pagina ‘Beschikbare kittens’.

Wat verwachten wij van u?

  • We verlangen allereerst dat de kittens in een goede en liefdevolle omgeving terecht komen. Maar daarnaast zijn er nog enkele zaken waarmee u rekening dient te houden.
  • Dat u zich voorstelt bij interesse in een kitten. Hoe is uw gezinssamenstelling, uw tijd, uw tuin, heeft u nog andere huisdieren, zo ja hoe oud zijn ze etc.
  • Dat u, alvorens uw eerste bezoek aan ons, goed heeft besproken of u zeker een kitten in huis wilt opnemen of er geen allergieën zijn.
  • Dat u zich wel realiseert dat een kat wel 10 tot 15 jaar oud kan worden en dat wij deze dan ook plaatsen met de intentie dat hij zijn gehele leven bij zijn nieuwe personeel mag doorbrengen. Hiervoor geldt ook dat wij verwachten dat u genoeg aandacht, liefde, affectie en verzorging en geld voor hem/haar beschikbaar heeft.
  • Dat u beseft dat een kat meer kost dan enkel voer en grit; hij/zij kan ook ziek worden en dit kan hoog oplopen in de dierenarts kosten. Wij verwachten van u dat u ten aller tijde, indien nodig, volledige zorg zal verstrekken van een dierenarts van het door u geadopteerde kitten.
  • Wij verwachten dat de nieuwe eigenaar de poes/kat niet vrij buiten laat lopen. Een afgesloten tuin is een vereiste. Een afgesloten balkon, afgesloten dakterras of ruime kattenren kan natuurlijk wel. Een kattenren moet minimaal 2 x 3 meter zijn. Groter is altijd leuker voor de kat(ten).
  • Na de verhuizing vinden wij het leuk om af en toe foto’s te ontvangen van het kitten en te horen hoe het hem/haar gaat.
Voer- en waterbakken

Voer- en waterbakken

Het voer en het water moeten zo ver mogelijk van de kattenbak worden geplaatst.

Dubbele voerbakken mogen niet worden gebruikt, aangezien het water met het voer kan worden verontreinigd en de kat minder geneigd zal zijn om het te drinken. Plaats de voer- en waterbak minimaal een halve meter uit elkaar.

Kommen gemaakt van glas, porselein of roestvrij staal zijn beter dan plastic kommen, omdat de geur van eerdere inhoud in het plastic kan achterblijven. Ook is het handig om kommen in de vaatwasser te kunnen wassen. Veel katten eten niet graag uit diepe kommen, dus plattere borden kunnen een beter alternatief zijn, of misschien een dienblad.

Veel katten genieten van een waterfontein en het kan hen aanmoedigen om meer te drinken.

De meeste katten geven er de voorkeur aan dat hun voedsel op kamertemperatuur is. Voor zieke katten die niet veel eetlust hebben, kan het iets verwarmen van het voer (de kom een tijdje in warm water zetten werkt goed) een verschil maken.

Anatomie en zintuigen kat

Anatomie en zintuigen kat

De botstructuur

De anatomie van de kat is volledig ontwikkeld voor de jacht. Het skelet bestaat gemiddeld uit 245 botten terwijl mensen er maar 206 hebben. De combinatie van lichte botten, een zeer sterke structuur en meer dan 500 spieren heeft de perfecte jager gecreëerd. Bij onze huiskatten is het basisprincipe hetzelfde, ongeacht het ras waar wij het over hebben, maar er zijn natuurlijk kleine variaties in de lichaamsstructuur en grootte tussen de individuele rassen. De Pers is een voorbeeld van een kat met een compacte lichaamsbouw terwijl de Siamees een langere, slankere bouw heeft.

Het meest opmerkelijke is de flexibele wervelkolom die helemaal doorloopt van de schedel tot aan het puntje van de staart. Tussen de borstwervels bevinden zich schijven, net als bij mensen, alleen minder stevig verbonden. We kunnen de flexibiliteit van de wervelkolom zien wanneer de kat zichzelf wast, slaapt in een voor ons mensen ongemakkelijke houding of een moeilijke sprong maakt. Door de flexibele wervelkolom én een zeer goed ontwikkeld evenwichtsorgaan in het binnenoor, landt de kat bijna altijd op alle vier de poten.

De driehoekige schouderbladen zijn aan de ribben en de voorpoten (ook aan de nek en ruggengraat) bevestigd, wat de kat een zeer veilige klimmer en een uitstekende evenwichtskunstenaar maakt. Hun bewegingsbereik wordt ondersteund door het feit dat de schouderbladen direct aan het eerste gewricht van het voorbeen zijn bevestigd.

De bovenste botten in de achterpoten sluiten aan op de bodem van het bekken en vormen samen een kogelgewricht. De achterpoten van de kat zijn sterk en gespierd, daarom kan hij zo hoog springen, zelfs vanuit een staande positie. De kat kan wel zes keer zijn eigen lengte springen.

De kat heeft ook een digitigrade motoriek (teenganger): dat wil zeggen dat katten op hun tenen lopen. Digitigrade dieren zijn efficiëntere jagers omdat deze manier van lopen hun pas verlengt en de beweging versnelt; slechts een klein deel van de voet raakt de grond, waardoor de benen zeer snel kunnen bewegen. De kat is explosief tijdens het jagen, maar alleen voor korte afstanden.

De klauwen

Elke voorpoot heeft vijf klauwen, terwijl elke achterpoot er maar vier heeft. De klauwen zijn de jacht en klimuitrusting van de kat en worden ook ingezet wanneer hij zich om de een of andere reden moet verdedigen. Klauwen kunnen ook gebruikt worden om tevredenheid aan te geven. De meeste katten zullen hun klauwen uitsteken als ze ergens van genieten.

Elke klauw heeft twee teenbeenderen. Door het elastische ligament (band) kan de kat zijn klauwen naar buiten duwen of in een omhulsel houden. Zodra de klauwen zich in de poot bevinden, maakt het ligament ze vast door de pees aan de botten te vergrendelen.

Het scherpen van de klauwen is een instinctief gedrag en niets wat je doet kan dat veranderen (het helpt ook niet om klauwen te knippen!). Katten die vrij naar buiten kunnen, zullen een aantal favoriete plekken hebben waar zij hun klauwen kunnen slijpen. Katten die alleen binnen leven, kunnen hierbij tegen wat problemen aanlopen. Het is echter mogelijk om jouw kat te leren waar hij zijn klauwen moet scherpen als hij binnen leeft, het gaat erom hem een aantal betere alternatieven dan je bank of favoriete stoel aan te bieden.

De klauwen maken het voor de kat mogelijk om een opperste klimmer te zijn als hij naar boven klimt, maar omdat de klauwen naar achteren zijn gedraaid, werken ze niet goed wanneer de kat weer naar beneden moet klimmen.

Ontklauwen en verwijderen van klauwen

Als je kat een klauw ernstig verwondt, moet deze soms operatief worden verwijderd. Dit is niet hetzelfde als ontklauwen, hoewel de twee procedures soms met elkaar verward worden.

Als een klauw wordt verwijderd, wordt alleen de klauw zelf verwijderd. Het is alsof je een nagel uittrekt. Natuurlijk gebeurt dit onder narcose en krijgt de kat daarna pijnstillers en vaak ook antibiotica. Wanneer een klauw is verwijderd, is er een open wond aan de wortel van de klauw. De dierenarts zal je adviseren over hoe je deze schoon kunt houden terwijl het geneest. Tijdens de genezing groeit er een nieuwe klauw uit, die er soms anders uitziet dan de oorspronkelijke klauw, bijvoorbeeld wat dikker.

Ontklauwen is iets heel anders. In medisch taalgebruik heet het onychectomy, wat net als ontklauwen een verkeerde benaming is, omdat het gewoon “nagel verwijderen” betekent. Bij het ontklauwen wordt niet alleen de klauw verwijderd, maar in feite ook de eerste botten van de poot. Een meer correcte medische term zou zijn phalangectomy.

cat claw, cat claw where the claw is removed, cat claw where declawing operation is done
Schematische voorstelling van
1: De normale anatomische opbouw van de teen van een kat, met
A: Klauw (de “wortel” van de klauw gaat een stukje in het eerste bot)
B: Bot – eerste en tweede teenkootjes
C: Gewricht en bot
2: Wat gebeurt er als de dierenarts een beschadigde klauw verwijdert? Alleen de klauw wordt verwijderd. Uiteindelijk groeit er een nieuwe klauw terug.
3: Ontklauwen, het verwijderen van zowel de klauw als het eerste teenkootje van de teen.
Afbeelding van Wikipedia onder Creative Commons Licence gewijzigd door Jenny Silk

Ontklauwen is eigenlijk een vorm van verminking, waarbij het bovenste gewricht van elke teen wordt verwijderd. Het staat gelijk aan het verwijderen van de vingertoppen van een mensenhand. Aangezien katten op hun tenen lopen, kan dit bij het lopen problemen veroorzaken. Studies hebben aangetoond dat ontklauwde katten drie keer meer kans hebben op rugpijn, wat waarschijnlijk komt doordat de kat op een niet natuurlijke manier loopt.

cat front paw and human hand, showing where the first phalanges are cut off with declawing
Foto van de voorpoot van een kat (boven) en een mensenhand (onder) met rode lijnen die aangeven waar de snede is gemaakt bij ontklauwen, waarbij de eerste vingerkootjes (de “vingertoppen”) zijn verwijderd.
Afbeelding van een kattenpoot van flickr.com, gebruiker Terence Faircloth, onder Creative Commons Licence, de menselijke hand van pxhere. Beide afbeeldingen aangepast door Jenny Silk om te laten zien wat bij ontklauwen verwijderd wordt.

Ontklauwen is verboden (of streng gereglementeerd) in de meeste Europese landen, net als in Australië, Japan, Nieuw-Zeeland, Turkije, Brazilië en Israël. Het is nog steeds toegestaan, en komt helaas veel voor in de Verenigde Staten (hoewel verboden in de staat New York), waar ongeveer 25% van de huiskatten wordt ontklauwd.

In sommige gevallen, zoals bij een ernstige infectie waarbij de teen is afgestorven of bij kanker in een teen, kan het medisch verantwoord zijn een operatie aan alleen de aangetaste teen uit te voeren, om zo het leven van de kat te redden.

De tanden

Net als mensen, worden katten geboren zonder tanden. Twee tot zes weken na de geboorte komen de melktanden door. Een kitten heeft in totaal 26 tanden en kiezen. De overgang van melktanden naar blijvende tanden gebeurt meestal tussen ongeveer drie en zes maanden. Het melkgebit bestaat uit 12 snijtanden, 4 hoektanden en 10 premolaren. Het blijvende gebit bestaat uit 12 snijtanden, 4 hoektanden, 10 premolaren en 4 molaren.

0_3_teeth

A:   Snijtanden
B:   Hoektanden
C:   Premolaren
D:   Molaren
Afbeelding van Wikimedia Commons onder Creative Commons Licentie, aangepast door Jenny Silk

De vier lange hoektanden worden gebruikt om de prooi vast te zetten en te doden en ze worden ook gebruikt om het vlees van de botten te scheuren. De premolaren zijn net achter de hoektanden geplaatst en worden gebruikt om het vlees in stukken van geschikte grootte te scheuren en te schrapen. Wanneer de huiskat aan het jagen is, zal hij deze brokken heel doorslikken, net als zijn wilde broers en zussen. De voortanden zijn ontworpen om aan het voedsel te trekken en te scheuren. Dit wetende, wordt het duidelijk dat het voer dat wij onze katten geven niet aan hun natuurlijke behoeften is aangepast. Wanneer de kat blikvoer eet, gebruikt hij vaak zijn tanden helemaal niet en droogvoer wordt gemalen met de premolaren of vaak gewoon heel doorgeslikt.

De tong heeft ook zijn doel bij het eten. De ruwe buitenkant wordt gebruikt om het voedsel zacht te maken en ook om de laatste stukjes vlees van de botten van de prooi te likken. Het helpt de kat ook om de binnenkant van de tanden schoon te houden – de meeste opeenhoping van tandsteen is te vinden aan de buitenkant van de zijtanden. Verhard tandsteen mag alleen door je dierenarts verwijderd worden, maar je kunt de vorming van tandsteen onder controle houden door de tanden van de kat heel voorzichtig te poetsen, meer als een massage met een speciale borstel of met je vinger in een gaasje gewikkeld. De kat af en toe laten kauwen op kleine rauwe botten zoals kippenvleugels (NB! nooit gekookte botten) of grotere stukken vlees helpen ook om het gebit schoner te houden.

Het zicht

De kat kan niet zien in totale duisternis maar heeft bij weinig licht een veel beter zicht dan mensen. De ogen van de kat hebben een ongelooflijk vermogen om zich aan te passen als de beschikbaarheid van licht verandert en zijn – net als de rest van de organen van de kat – volledig aangepast voor de jacht. De ogen zijn aan de voorkant van het hoofd geplaatst, waardoor de kat een perfect driedimensionaal zicht heeft.

Hun vermogen om met heel weinig licht te zien, is deels te danken aan de mobiliteit van de spieren die de iris aansturen. In direct zonlicht trekt de iris de pupil terug in een smalle spleet en wordt het binnenoog beschermd tegen beschadiging door het sterke licht. In de schemering verwijdt de iris zich en kan er meer licht worden opgevangen waardoor er meer informatie naar de hersenen wordt verzonden.

Het tapetum lucidum bevindt zich aan de achterkant van het netvlies en is een licht reflecterend membraan met een spiegelachtige structuur; het verbetert het beeld dat wordt ontvangen. Het is dit membraan dat de reflectie geeft die we in de ogen van de kat kunnen zien als er licht op schijnt, bijvoorbeeld de koplampen van een auto.

Hoewel de kat meer kan zien bij weinig licht dan mensen, zijn de objecten die hij kan zien veel waziger dan normaal. Dit hindert de kat echter niet; als jager is zijn enig belang de beweging van de prooi en in ieder geval wordt zijn zicht aangevuld door zijn gevoelige gehoor en reukvermogen.

Het nictiterende membraan (knipvlies), ook wel het derde ooglid genoemd, helpt het hoornvlies vochtig te houden en heeft een beschermende functie. Als de kat ziek is, is dit membraan constant te zien.

Het vermogen van de kat om lange tijd stil te zitten en alleen maar naar een bepaald object te kijken, is ook een van zijn jachtvaardigheden. Een kat die zo gefocust is op een object, mist geen enkele beweging.

Het gehoor

Door zijn gehoor te gebruiken kan de kat zijn prooi lokaliseren. Het buitenoor kan 180 graden draaien en wordt door 32 verschillende spieren aangestuurd, wat heel wat meer is dan honden hebben. Door de beweeglijkheid van het oor kan de kat geluiden van verschillende plaatsen oppikken zonder zijn kop te bewegen. Zijn gehoor zal de kat precies vertellen waar de prooi is. Het oor kan tot 65.000 trillingen per seconde waarnemen. De bovengrens voor mensen is ongeveer 20.000 trillingen per seconde. Dit betekent dat de klankwereld van de kat veel genuanceerder is dan die van ons. Dit is iets om in gedachten te houden wanneer wij onze favoriete muziek op het hoogst mogelijke volume afspelen.

Een kat heeft het vermogen om de verschillen tussen bekende geluiden en onbekende geluiden te herkennen. Het onthoudt en herkent ook het geluid van de auto van het gezin of de blikopener.

Het is normaal dat het gehoor van de kat met de leeftijd achteruitgaat.

De kat zijn buitenoor werkt als een visuele “barometer” om te laten zien in welke stemming de kat is.

Reuk en smaak

De manier waarop de kat kan ruiken is sterk ontwikkeld, de binnenkant van de neus is bedekt met ongeveer 200 miljoen cellen die bijdragen aan het uitstekende reukvermogen van de kat. Het wordt ook meestal gebruikt als communicatiemiddel, de kat interpreteert de berichten en markeringen die andere katten, dieren en mensen achterlaten.

Iets dat niets met ademen te maken heeft, is flemen, wanneer katten hun lippen naar achteren trekken, hun mond openen en wat lucht naar binnen lijken te zuigen. Katten doen dit wanneer ze een aroma interessant vinden, meestal feromonen van andere katten. Door het flemen wordt de lucht dichtbij een buis in het gehemelte van de kat geduwd, wat leidt naar het orgaan van Jacobson dat zich tussen de neus en de mond bevindt.

De kat kan smaak onderscheiden met zijn tong en het lijkt alsof de kat helemaal niet reageert op snoep. Suiker hoort sowieso niet in het voer dat jij je kat geeft.

Gevoel van aanraking

De kat ziet niet alleen door zijn ogen te gebruiken, maar ook door aanraking. De meest gevoelige delen zijn de tong, neus en poten. De snorharen werken in combinatie met zicht en aanraking.

Wanneer de kat in het donker of bij weinig licht naar voren beweegt, gebruikt hij veel zijn snorharen, met de toevoeging van grove haren rond de ogen, op de kin en op de knieën/ellebogen. Deze haren zijn het gemakkelijkst te herkennen bij donkere katten. Onthoud dat ze een vitale functie hebben voor de kat, dus laat de kat deze haren houden – trek ze er niet uit alleen omdat jij denkt dat ze er bij je kat niet goed uitzien.

De dekharen in de vacht van de kat reageren ook op aanraking en daarom wordt jouw kat graag geaaid. In de huid zitten sensoren die de kat onder meer informeren over warme en koude temperaturen. Deze sensoren reageren ook op de luchtstroom, wat zou kunnen verklaren waarom sommige katten het niet fijn vinden om geföhnd te worden.

De neus is het enige deel van de kat dat echt gevoelig is voor temperatuurveranderingen. Aangenomen wordt dat het lichaam van de kat omgevingstemperaturen tot 52° C (126° F) aankan zonder enig ongemak te voelen, terwijl wij mensen alleen temperaturen tot 44° C (112° F) aankunnen.

Ten slotte zijn zelfs de kussentjes op de voeten van een kat gevoelig. Ze gebruiken ze om informatie te krijgen over de objecten waarop ze lopen of klimmen. Deze kussentjes kunnen ook zeer zwakke trillingen door de grond opvangen, dit is misschien de reden waarom katten bekend staan om te waarschuwen voor aardbevingen.

De innerlijke organen

Het hart is ongeveer in het midden van de borst geplaatst, hoewel het meestal aan de linkerkant van de borst zit en ongeveer zo groot is als een walnoot. In rust klopt het hart van de kat ongeveer 120 – 140 keer per minuut en pompt het ongeveer een halve liter bloed weg. De hartfrequentie zal toenemen onder stress, je dierenarts zal niet gealarmeerd zijn als je gestresste kat een hartslag van meer dan 200 heeft als het verder goed gaat.

Het hart heeft twee functies: het bloed zuurstofrijk te maken door het zuurstofarme bloed naar de longen en dan terug te pompen (pulmonale circulatie) en om het zuurstofrijke bloed het lichaam in te krijgen en het zuurstofarme bloed terug naar het hart te leiden, zodat het proces opnieuw kan beginnen (algemene circulatie). Bloed komt van het lichaam naar de rechterbovenhoek van het hart, het rechter atrium (boezem). Het komt dan een groter deel van de rechterhelft van het hart binnen, het rechter ventrikel (kamer). Van daaruit wordt het bloed naar de longen gepompt waar het van zuurstof wordt voorzien. Het komt dan terug naar het hart naar het linker atrium, passeert het linker ventrikel en van daaruit wordt het bloed naar het hele lichaam gepompt. Het hart pompt bloed door samen te trekken. Omdat de afstand van het hart van de kat tot bijvoorbeeld zijn hersenen of staart veel groter is dan de afstand tot de longen, heeft de linker hartkamer zeer dikke spierwanden om het bloed met grote kracht naar buiten te kunnen duwen.

De grote bloedvaten die slagaders worden genoemd, dragen het zuurstofrijke bloed naar de belangrijkste delen van het lichaam. Ze hebben dikke elastische wanden om het hart te helpen het bloed door het lichaam te duwen en de broodnodige zuurstof, voedingsstoffen en andere stoffen naar de cellen te transporteren en kooldioxide en afvalproducten af te voeren. De slagaders verdelen zich in steeds kleiner wordende bloedvaten, capillairen genaamd, die dichter bij organen en spieren kunnen zitten voor uitwisseling van stofjes. Wanneer het bloed zijn taak heeft gedaan en vol kooldioxide zit, stroomt het van de haarvaten naar grotere aderen, die weer terug naar het hart leiden.

Een bloeding uit een slagader (helder rood bloed dat door de hoge druk bijna uit de wond spuit) is over het algemeen ernstiger dan een bloeding uit een ader (een gestage stroom donkerrood bloed) maar beide gevallen zijn ernstig en de kat heeft dringend eerste hulp en de zorg van een dierenarts nodig.

Alle katten kunnen hartaandoeningen krijgen en de meest voorkomende (Hypertrofische Cardiomyopathie – HCM) tast de hartspier aan. Gemiddeld krijgt ongeveer 5% van de kattenpopulatie HCM. Vertaald uit de medische taal betekent HCM vergrootte hartspieren, de hartspiercellen worden dikker en kunnen niet goed samentrekken. Dit is het meest merkbaar in de linkerhelft van het hart, waar de spierwand al behoorlijk dik is (om het bloed het lichaam in te kunnen pompen). Er is geen remedie voor HCM, maar de mildere varianten ervan kunnen soms worden verlicht en de kat kan een goed leven hebben. Met zo’n kat mag natuurlijk niet worden gefokt of anderszins worden blootgesteld aan stressvolle situaties. Helaas zijn vroege tekenen van HCM erg vaag, waaronder ademhalingsmoeilijkheden, zwakte en gebrek aan eetlust.

In de borst vind je ook de zachte en elastische longen, elk omgeven door een longzak. Behalve dat het bloed hier van nieuwe zuurstof wordt voorzien, werkt de ademhaling ook als een koelmechanisme door condensatie te creëren. Hoewel de kat gewoonlijk door de neus ademt, ademt hij door de mond als het warm is of als hij gestrest is, waardoor het slijmvlies in de mond kan afkoelen en daardoor ook een deel van het bloed kan afkoelen. Dit is belangrijk omdat de kat alleen via de voetzolen kan zweten. De kat heeft ook een andere manier om zijn lichaam te koelen. Als het zijn vacht likt, wordt de vacht vochtig en naarmate dit vocht verdampt, koelt het lichaam af. Het is om deze reden dat een kat die het warm heeft, zich vaker zal wassen.

Een gezonde kat ademt ongeveer 20-40 keer per minuut maar net als de hartslag kan hij bij stress veel sneller ademen zonder ziek te zijn. Een kat met pijn ademt meestal ook snel en over het algemeen erg oppervlakkig – dan heb je het advies van een dierenarts nodig!

De milt maakt deel uit van het slagadersysteem van de kat. Als de kat om welke reden dan ook bloed verliest, zal de milt nieuwe rode bloedcellen ontwikkelen. Het helpt ook om de oude bloedcellen te vernietigen.

De lever helpt bij het verteren van voedsel door gal te produceren. Het is ook een ontgiftingsorgaan maar houdt er rekening mee dat de ontgifting voor katten niet zo efficiënt is als voor veel andere diersoorten, daarom is het van vitaal belang dat de kat niet te veel medicijnen krijgt. De lever maakt ook bepaalde chemische stoffen aan tijdens de vertering van voedsel en deze komen vrij wanneer dat nodig is. Dit mechanisme kan bij een kat gemakkelijk worden verstoord en dat leidt bijvoorbeeld tot opslag van grote hoeveelheden vet (hepatische lipidose oftewel leververvetting). In de lever worden ook eiwitten en vitamines omgezet.

De maag is als een zak die is bevestigd aan de slokdarm en de dunne darm. In de maag wordt het voedsel afgebroken en tot pulp gekarnd door enzymen en maagzuren.

Het eerste deel van de dunne darm wordt de twaalfvingerige darm genoemd. Hier helpen enzymen uit de lever, galblaas en alvleesklier om het voedsel nog verder af te breken. In de rest van de dunne darm wordt het mengsel dat uit de maag komt verder afgebroken, waardoor de voedingsstoffen uit het voedsel in het bloed terechtkomen. Het overgebleven voedsel zonder voedingsstoffen gaat vervolgens naar de dikke darm. Omdat een kat een vleeseter is, is de lengte van de darmen van de kat vrij kort en gaat het voedsel er vrij snel doorheen.

Aan het einde van dit proces bevindt zich de dikke darm, waar zich een grote bacteriële flora bevindt. Deze bacteriën zijn niet gevaarlijk, maar beperken de hoeveelheid van de niet zo nuttige bacteriën. Hier wordt het meeste vocht uit de ontlasting verwijderd en tegen het einde van de dikke darm wordt de ontlasting opgeslagen totdat het tijd is voor de kat om zich ervan te ontdoen.

De nieren werken als een soort decontaminatie filter en hier wordt de urine gevormd en geconcentreerd. Katten zijn goed in het concentreren van urine. Van de nieren wordt het naar de urineblaas getransporteerd. De kat heeft een vrij grote blaas en kan de urine wel twaalf uur opslaan, soms zelfs langer voordat hij moet plassen. De nieren spelen ook een belangrijke rol bij het reguleren van de balans van de lichaamsvloeistoffen.

De nier is meestal het orgaan dat bij een oudere kat faalt. Chronische nierziekte (CNZ) treedt op wanneer de nieren geleidelijk slechter worden bij het filteren van het bloed, wat betekent dat afvalproducten in de bloedbaan blijven in plaats van via de urine te worden afgevoerd. De kat plast ook meer omdat het filtersysteem niet goed werkt. Symptomen zijn onder andere meer plassen, meer drinken, soms braken en niet goed eten. CNZ treft vaak oudere katten, dus het is een goed idee om je dierenarts jaarlijks een “senior check” bij je oudere kat te laten doen, waarbij de nierfunctie wordt gecontroleerd door middel van een bloedtest. Als de diagnose op tijd wordt gesteld, kunnen veel katten met CNZ jarenlang gelukkig leven met een speciaal dieet.

 

Hoe communiceert de kat?

Hoe communiceert de kat?

Hoe communiceert de kat?

De kat communiceert door middel van lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, stem, geur en aanraking. Alle vijf de mogelijkheden worden gebruikt wanneer ze met anderen communiceren (met katten en ook met ons mensen). De taal van de kat vindt zijn oorsprong in de tijd dat hij leefde als een wild dier. Na domesticatie ontwikkelde de kat een uitgebreider vocabulaire. Aangenomen wordt dat dit kwam doordat de kat zich realiseerde dat het een gemakkelijkere manier was om menselijke aandacht te trekken. Katten zijn erg luidruchtig omdat ze een roofdier zijn; communicatie omvat miauwen, spinnen, sissen, grommen en schreeuwen. De meeste katten hebben verschillende geluiden, afhankelijk van wat ze willen, bijvoorbeeld wanneer jij nodig bent om de voerbak te vullen, de kattenbak schoon te maken, als ze naar buiten willen of een deur open willen hebben. Sommige katten zijn luidruchtiger dan andere katten en sommige geluiden zijn karakteristiek voor het ras – hoewel die geluiden natuurlijk ook in andere rassen te vinden zijn, zoals het “getjilp” van een blije Maine Coon en het “snikken” van een ontevreden Birmaan.

Telkens wanneer je jouw kat aait, wrijft hij met zijn kin en kop tegen jouw hand. Wat de kat daarmee daadwerkelijk doet, is zijn visitekaartje bij je achterlaten. De kat heeft speciale klieren die afscheiding produceren met een geur die uniek is voor elk individu. Die klieren zijn te vinden op de poten, de kop en de basis van de staart. De kat zal deze markering zowel op zijn menselijke familie als op andere katten in de groep plaatsen. Het zal ook zijn geur verspreiden wanneer het zijn klauwen op een materiaal uitrekt. Het huis waarin het woont en de buitengrenzen van het grondgebied worden regelmatig gemarkeerd. Deze markeringen hebben samen met andere geuren een heel speciaal uniek geurprofiel dat slechts bij één kat hoort. Als dit wordt verstoord door nieuwe geuren zoals een nieuwe baby of een nieuw dier in huis, kan de kat het gevoel hebben dat de voorheen veilige leefomstandigheden op een bedreigende manier zijn verstoord. Dit kan het gedrag van de kat verstoren en leiden tot het niet meer gebruiken van de kattenbak of tot overmatig krabben op ongewenste plekken. Urine en ontlasting worden ook gebruikt bij geurmarkering, maar niet zo vaak als de geurklieren.

Katten communiceren ook via aanraking, niet alleen om geuren op elkaar te verspreiden. De meest voorkomende vorm van tactiele communicatie die katten gebruiken bij andere katten, mensen en andere dieren is vachtverzorging, die vaak wederzijds is en meestal gepaard gaat met spinnen. Een andere vorm van tactiele communicatie wordt vaak gezien wanneer twee vriendelijke katten elkaar ontmoeten, ze neuzen aanraken, tegen elkaars gezicht wrijven en vaak hun zij tegen elkaar aan blijven wrijven. Vachtverzorging en de andere vormen van tactiele communicatie hebben ook een geurcomponent.

De lichaamstaal van de kat bestaat uit een groot aantal verschillende bewegingen van de oren, snorharen, vacht, ruggengraat, poten en staart. Samen met de gezichtsuitdrukkingen kunnen deze allemaal in een grote verscheidenheid aan combinaties worden gebruikt. Het duurt even om deze zeer genuanceerde taal te leren interpreteren, maar het is heel boeiend en zeker de moeite waard om het te leren. Natuurlijk kunnen wij mensen niet volledig begrijpen wat de katten zeggen, maar we kunnen op deze manier wat meer informatie krijgen; het is een mooie stap in de goede richting als je de kat probeert te begrijpen en een hele nieuwe wereld van informatie voor ons opengaat. Veel katten praten veel met hun mensen met behulp van staarten, snorharen en oren in “grote letters”, maar gebruiken kleinere gebaren wanneer ze met andere katten communiceren.

Sissen, spugen en grommen maakt ook deel uit van de communicatie van de kat en het is een manier om de ontevredenheid van de katten te tonen. Het gesis kan worden gebruikt door de eigenaren van de kat wanneer ze hun katten leren goede manieren te hebben. Probeer de volgende keer als jouw kat op de gedekte tafel springt te sissen, dat zal veel beter werken dan een “nee”.

Waarom spint de kat?

Wat is meer geruststellend dan een spinnende kat? Alle huiskatten spinnen met een frequentie van circa 25 Hertz. Hoe het spinnen gebeurt is nog steeds een mysterie. Er is echter een theorie dat er enkele wervelingen in de bloedcirculatie van de kat zijn waardoor de borst en luchtpijp gaan trillen. Als ze trillen, ontstaat er een resonantie in de holtes in de schedel, en dat is wat de kat doet spinnen. Maar dit is slechts een van de vele theorieën over hoe de kat spint. Een kat zal spinnen als hij tevreden is, maar hij kan ook spinnen als hij zichzelf wil kalmeren – bijvoorbeeld als hij zich ziek voelt, bang is of pijn heeft. De intensiteit van het spinnen kan variëren afhankelijk van de situatie en varieert ook van kat tot kat. Kittens zijn na de geboorte al in staat om te spinnen en zullen dit doen tijdens het zogen, waardoor een bijna tikkend geluid ontstaat.

De kat klappert met zijn tanden

Klappertanden is gedrag dat wordt gezien bij katten die stilzitten en naar een soort prooi staren die ze niet kunnen bereiken. De mond is iets open en de kaak gaat snel open en dicht. De geproduceerde geluiden zijn een combinatie van “klapperen op de lippen”, “klapperende tanden” en een zacht “geblaat”. Sommige katten vertonen dit gedrag zelfs bij het zien van “prooien” op televisie. Het is geen vorm van communicatie. Sommige experts denken dat het een resultaat is van opwinding en frustratie bij het zien van prooien en het niet kunnen jagen en vangen. De frustratie neemt toe, het lichaam wordt gespannen, de staart trilt als de tanden klapperen, en het zachte geblaat begint. Anderen hebben gesuggereerd dat het misschien een overdreven versie van de moordbeet is; de kat denkt al dat hij de prooi tussen zijn kaken heeft.

Is de kat een sociaal dier?

Is de kat een sociaal dier?

Het is moeilijk om te bepalen of de kat van nature een solitair levend dier of een roedeldier is.

Eerder werd gedacht dat zij bedoeld waren om een solitair leven te leiden. Het feit dat hun immuunsysteem geen besmettelijke ziekten aankan, ondersteunt die theorie heel goed.

Meer recente studies suggereren echter dat de kat in het wild eerder in groepen leeft dan alleen. Zij vormen zeker groepen als zij daar een goede reden voor hebben; vrouwelijke poezen kunnen bijvoorbeeld in kleinere groepen leven, waar zij voor elkaars kittens zorgen en ze samen groot brengen.

Ongecastreerde katers hebben meer kans om een groter territorium te hebben en een beetje meer alleen solitair te leven. Andere voorbeelden zijn kolonies, waar voldoende voedsel beschikbaar is.

Binnen een gevestigde groep is de sociale interactie complex en wordt deze beïnvloed door veel factoren zoals leeftijd, geslacht en status binnen de groep of de familie. De hiërarchie binnen de groep is ook niet statisch en hangt ook vaak af van het feit of poezen wel of geen kittens hebben.

Vrij rondlopende katten hebben hun eigen territoria die in grootte variëren. De omvang van het grondgebied is afhankelijk van:

  • Toegang tot en distributie van het voedsel onder de poezen.
  • Het aantal poezen en hun beschikbaarheid voor de katers.

De territoria van de katers en poezen zijn niet gescheiden maar overlappen elkaar hier en daar. Katten die in het wild leven, markeren de grenzen van hun territorium met urine; dit geldt voor zowel katers als poezen. Het informeert niet alleen de anderen waar het territorium van de kat eindigt maar het dient ook voor andere functies, zoals het aankondigen van de status van het individu en waar het zich bevindt in de reproductiecyclus.

Katten die binnen leven en slechts een klein territorium (ons huis) hebben, verdelen hun territorium in verschillende gebieden, afhankelijk van waar verschillende activiteiten plaatsvinden. De kat verdeelt zijn territorium in verschillende sectoren die vervolgens verder kunnen worden opgesplitst in privé- en activiteitszones.

In de activiteitenzone eet en jaagt de kat en heeft de kat sociale interactie, voortplanting en toiletbezoeken.

In de privézone moet er ruimte zijn voor rust, verzorging en voor zogende kittens. Als de beschikbare ruimte beperkt is, heb je in ieder geval twee verschillende kamers nodig voor het voeren en voor het gebruik van de kattenbak. Je moet er ook voor zorgen dat er voldoende ruimte is voor speel- en jachtspellen.

Een kat kan zich aanpassen aan het leven van een huisdier in de leefomstandigheden die je te bieden hebt. Ook is de kat in staat de ruimte te delen met andere dieren en relaties op te bouwen met andere katten en mensen. Met eenvoudige toegang tot voedsel en veel plekken die de katten kunnen gebruiken voor verschillende activiteiten, zoals ruimtes waar ze zichzelf kunnen terugtrekken om te ontspannen, zouden de katten niet met elkaar hoeven vechten. Zo kunnen meerdere katten in hetzelfde huis zonder problemen samenleven.

Je moet er echter wel rekening mee houden dat het immuunsysteem van de kat niet is gemaakt om in een grote groep te leven. Besmettelijke ziekten en vooral virussen kunnen een voortdurend probleem zijn als er te veel katten samenleven.

foto: Gucci as a baby

 

 

Gedrag van de kat en gedragsproblemen bij onvoldoende voldoening jachtinstinct

Gedrag van de kat en gedragsproblemen bij onvoldoende voldoening jachtinstinct

Een klein roofdier

Alle katten zijn jagers. Dat is overgeërfd gedrag en niet iets dat wij mensen kunnen tegenhouden, hoe afschuwelijk wij het ook vinden. Een kat die vrij rondloopt, zal een prooi vangen. Zelfs als hij goed wordt gevoed en niet op voedsel hoeft te jagen. Zij zullen met hun prooi spelen omdat dit in de geest van de kat verband houdt met hun instinct om te jagen. Het is niet alleen een reactie op het hebben van honger. Je moet je realiseren dat de kat is gemaakt om een perfecte jager te zijn; zijn hele wezen draait om jagen. Als wij dit feit niet kunnen accepteren, kunnen we de kat ook niet als huisdier accepteren. We moeten ons er ook bewust van zijn dat de speelse houding die wij zo waarderen bij onze katten zijn oorsprong vindt in hun jachtinstinct. Zonder dit instinct zou de kat niet zo intens spelen. Het spel/spelen wordt geactiveerd door een combinatie van jachtinstinct en de beweging van een object. Het vermakelijke spel van een kitten is een repetitie voor de jachtvaardigheden van de volwassen kat.

Foto van Joanna Slowinska

Het Jachtinstinct van de Kat: Waarom Het Belangrijk Is om Voldoende Uitdaging Te Bieden in Huis

Katten staan bekend om hun onafhankelijke en mysterieuze gedrag, maar achter hun rustige uiterlijk schuilt een diepgeworteld jachtinstinct. Of het nu gaat om een huiskat die al generaties lang binnen leeft of een kat die buiten rondzwerft, de drang om te jagen en te stalken blijft sterk aanwezig. Dit instinct heeft niet alleen te maken met overleven, maar is ook essentieel voor het welzijn van de kat. In dit artikel bespreken we het belang van het jachtinstinct van de kat en waarom het zo belangrijk is dat katten in huis voldoende uitdaging vinden om aan hun natuurlijke drang te voldoen.

1. Het Jachtinstinct: Een Evolutieve Erfenis

Het jachtinstinct van de kat is een evolutionaire eigenschap die teruggaat naar de tijd dat wilde voorouders voedsel moesten vangen om te overleven. Ook onze huiskatten hebben dit gedrag behouden, zelfs als hun voedselbehoefte door de mens wordt voorzien. Katten zijn van nature carnivoren en als jagers geprogrammeerd om kleine dieren zoals vogels, muizen en insecten te besluipen en te vangen. Dit gedrag verloopt instinctief: een kat die een bewegend object ziet, krijgt onmiddellijk de drang om het te besluipen en “aan te vallen.”

2. Waarom Het Jachtinstinct Essentieel Is Voor Het Welzijn van de Kat

Hoewel het jachtinstinct voor huiskatten niet altijd noodzakelijk is voor voeding, speelt het een cruciale rol in hun mentale en fysieke welzijn. Hier zijn enkele redenen waarom het jachtinstinct belangrijk is voor katten:

  • Mentale Stimulatie: Katten die aan hun jachtinstinct voldoen, ervaren mentale uitdaging en stimulatie. Het stalken, besluipen en vangen van ‘prooi’ houdt hun geest scherp en helpt om verveling tegen te gaan. Verveling kan bij katten leiden tot gedragsproblemen, stress en zelfs depressie.
  • Fysieke Gezondheid: De beweging die gepaard gaat met jachtgedrag – zoals springen, rennen en besluipen – helpt katten om actief en gezond te blijven. Dit voorkomt overgewicht, een veelvoorkomend probleem bij huiskatten die weinig fysieke uitdaging krijgen.
  • Bevrediging van Natuurlijke Drang: Het jachtinstinct is een van de meest fundamentele behoeften van een kat. Zonder mogelijkheden om dit instinct te uiten, kan een kat zich gefrustreerd voelen, wat vaak leidt tot ongewenst gedrag zoals krabben aan meubels of plotselinge uitbarstingen van energie.

3. Uitdaging Bieden Voor Katten In Huis

Voor veel huiskatten zijn dagelijkse mogelijkheden om te jagen beperkt, vooral wanneer ze niet buiten komen. Daarom is het belangrijk om in huis voldoende uitdaging te creëren om dit instinct te bevredigen. Hier zijn enkele manieren om een kat te helpen aan zijn jachtinstinct te voldoen:

  • Interactieve Speeltjes: Speeltjes die bewegen of geluid maken, zoals elektronische muizen of hengels met veren, kunnen een kat stimuleren om te jagen. Door het speeltje over de vloer te bewegen of in de lucht te slingeren, kan de kat zijn natuurlijke jachttechnieken gebruiken.
  • Voedselpuzzels: Voedselpuzzels en speelgoed waarin traktaties verstopt zitten, bootsen het zoeken naar voedsel na. De kat moet moeite doen om de beloning te bereiken, wat de voldoening vergroot en de kat tegelijkertijd bezig houdt.
  • Laserpointers: Laserpointers zijn populair bij katten en kunnen hun aandacht trekken en hen helpen om hun jachtinstinct uit te leven. Let wel op dat je afwisselt met fysieke speeltjes die de kat daadwerkelijk kan vangen, omdat het langdurig najagen van iets ongrijpbaars frustrerend kan zijn.
  • Klim- en Krabmogelijkheden: Katten klimmen graag, en een krabpaal met verschillende verdiepingen of een klimwand helpt hen om hun energie kwijt te kunnen en hun territorium te verkennen. Dit soort uitdagingen simuleert de natuurlijke omgeving van een kat waarin ze klimmen en hun omgeving observeren.
  • Regelmatig Spelen: Het is belangrijk om dagelijks tijd vrij te maken om met je kat te spelen. Dit versterkt niet alleen de band tussen eigenaar en kat, maar zorgt er ook voor dat de kat zijn energie kwijt kan en zich voldaan voelt.

4. Wat Gebeurt Er Als Een Kat Zijn Jachtinstinct Niet Kwijt Kan?

Als een kat onvoldoende uitdaging vindt om zijn jachtinstinct uit te leven, kan dit leiden tot gedragsproblemen en stressgerelateerde gezondheidsproblemen. Hier zijn enkele mogelijke gevolgen van een gebrek aan uitdaging:

  • Agressief Gedrag: Katten die hun energie en instincten niet kwijt kunnen, kunnen zich frustraties opbouwen, wat kan leiden tot agressief gedrag, zoals bijten of krabben.
  • Verveling en Depressie: Katten die niets te doen hebben, kunnen zich vervelen, wat zich kan ontwikkelen tot depressie. Dit uit zich vaak in lusteloosheid en teruggetrokken gedrag.
  • Obesitas en Gezondheidsproblemen: Zonder voldoende beweging kan een kat makkelijk aankomen. Obesitas verhoogt het risico op gezondheidsproblemen zoals diabetes, gewrichtsproblemen en hartziekten.

Conclusie

Het jachtinstinct is een kernonderdeel van het gedrag en welzijn van elke kat. Ook al leven veel katten als huisdier zonder de noodzaak om te jagen, blijft dit instinct sterk aanwezig en is het essentieel voor hun mentale en fysieke gezondheid. Door een uitdagende omgeving te creëren met speeltjes, voedselpuzzels en interactief spel, kunnen we ervoor zorgen dat onze katten hun natuurlijke drang kwijt kunnen en zo gelukkig en gezond blijven.

Voor iedere kattenliefhebber is het een mooie taak om hun kat de uitdagingen te bieden die het dier nodig heeft. Een kat die zijn instincten kan uiten is niet alleen een gelukkige kat, maar ook een aangename metgezel die zijn tijd op een positieve manier doorbrengt.

Waarom een kat dikker wordt en beter in de vacht komt na sterilisatie

Waarom een kat dikker wordt en beter in de vacht komt na sterilisatie

Wanneer je een kat of poes laat steriliseren of castreren, merk je vaak dat hun gedrag, fysieke conditie en gezondheid subtiel kunnen veranderen.

Een van de meest opvallende veranderingen die vaak optreden, is gewichtstoename en een verbetering in de kwaliteit van hun vacht.

In dit artikel leggen we uit waarom dit gebeurt en waarom deze veranderingen geen reden tot zorg hoeven te zijn, mits je goed omgaat met hun voeding en levensstijl.

Wat gebeurt er bij sterilisatie of castratie?

Bij sterilisatie of castratie worden de voortplantingsorganen van de kat verwijderd. Bij katers worden de testikels verwijderd (castratie), en bij poezen worden de eierstokken en vaak ook de baarmoeder verwijderd (sterilisatie). Dit heeft invloed op hun hormonale balans, met name de productie van geslachtshormonen zoals oestrogeen en testosteron. Deze hormonen spelen een belangrijke rol in het reguleren van zowel het gedrag als het metabolisme van de kat.

Gewichtstoename na sterilisatie

Een veelvoorkomend effect van sterilisatie is gewichtstoename. Dit gebeurt om een paar redenen:

  1. Langzamer metabolisme: Na de sterilisatie vertraagt het metabolisme van de kat. Dit betekent dat ze minder calorieën verbruiken, zelfs als ze dezelfde hoeveelheid voedsel blijven eten als voorheen. Ze hebben minder energie nodig, omdat hun lichaam efficiënter wordt in het opslaan van vet.
  2. Verminderde activiteit: Veel gesteriliseerde katten worden rustiger en minder actief. Dit kan te maken hebben met het wegvallen van de hormonale drang om territorium te markeren of op zoek te gaan naar een partner. Hierdoor hebben ze minder beweging nodig, wat kan bijdragen aan gewichtstoename.
  3. Toegenomen eetlust: Bij veel katten zie je dat hun eetlust toeneemt na de ingreep. Dit komt deels door hormonale veranderingen, maar ook omdat ze minder energie verbruiken en daardoor hun voeding niet evenredig aanpassen aan hun nieuwe energieniveau.
  4. Kittens en zogen. Als poezen kittens hebben en ze die nog melk geven, kost dit veel energie en moeten ze veel eten om dit in gewicht weer bij te krijgen. Hele actieve moeders verbruiken veel energie en het zogen kost veel energie. Is een poes eenmaal gesteriliseerd, dan zie je dat ze weer aankomen in gewicht.

Beter in hun vacht

Naast de gewichtstoename zie je vaak dat gesteriliseerde katten een zachtere, vollere en glanzendere vacht krijgen. Dit heeft een paar mogelijke oorzaken:

  1. Hormonen in balans: De hormonen die betrokken zijn bij de voortplanting kunnen van invloed zijn op de huid en de vacht van de kat. Wanneer deze hormonen worden verminderd door sterilisatie, kan de vacht rustiger en gezonder worden, omdat de stressfactoren van de hormonale schommelingen wegvallen. Als een poes nog niet gesteriliseerd is, zitten ze vol hormonen en vooral als ze krols zijn kost dit veel energie en door de hormonen kan hun vacht er minder goed uit zien.
  2. Minder stress: Katten die niet meer seksueel actief zijn, ervaren minder stress en onrust, wat vaak een positief effect heeft op hun algehele gezondheid, inclusief hun huid en vacht. Een minder gestreste kat heeft doorgaans een betere huidconditie en een gezondere vacht.
  3. Minder kans op aandoeningen: Gesteriliseerde katten hebben een lager risico op bepaalde hormonale aandoeningen, zoals baarmoederontsteking bij poezen of prostaatproblemen bij katers. Dit zorgt ervoor dat hun lichaam minder energie kwijt is aan het bestrijden van ontstekingen of andere problemen, wat zich ook vertaalt in een gezondere vacht.
1 of 2 kittens, wat is beter?

1 of 2 kittens, wat is beter?

Het belang van samen spelen

Kittens die met een soortgenootje opgroeien, corrigeren elkaar als er te fel gespeeld wordt. Ze hebben gezelschap aan elkaar en ze kunnen hun energie op elkaar uit leven. De kans dat een kitten alleen zich gaat vervelen en kattenkwaad gaat uithalen (krabben aan de meubels, spullen vernielen), is veel groter bij één dan bij twee kittens.
Bovendien is het natuurlijk veel gezelliger voor kittens om samen op te groeien.

Een of twee kittens: de kosten

Er zit een kostenplaatje aan het nemen van twee kittens. Je zult bijvoorbeeld meer geld kwijt zijn aan voer, kattenbakvulling, dierenartskosten als vaccinaties etc.
Je moet ook meer ruimte hebben, bijvoorbeeld om twee kattenbakken neer te kunnen zetten. Ben je zo krap behuisd dat je die niet kwijt kunt, vraag je dan af of je voldoende ruimte hebt voor een kat. Dan ben je misschien beter af met een wat rustigere, volwassen kat?

Kans op ongewenst gedrag

De kans op gedragsproblemen is groter bij een kitten dat alleen geplaatst wordt. Let wel: ik zeg niet dat er automatisch problemen ontstaan, maar de kans is echt groter. Vooral het karakter van het kitten speelt daarbij een grote rol. Als jij het drukste en stoerste katertje uit het nest kiest, is de kans levensgroot dat dit kitten zich binnen de kortste keren gaat vervelen. Kies je een rustig katje, dat ook nog eens veel alleen speelt, dan is die kans alweer veel kleiner.
Ben je zelf weinig thuis, dan loop je ook het risico dat het kitten zich verveelt.

Welk ongewenst gedrag kun je verwachten?

Bij gedragsproblemen moet je denken aan het krabben en bijten tijdens het spelen. Ook het ‘aanvallen’ van handen of voeten komt vaak voor. Deels is dit het gevolg van verveling, deels omdat een kitten niet (meer) gecorrigeerd wordt door nestgenootjes.

De rest van het kattengezin

De samenstelling van je kattengezin is een belangrijke factor in je keuze.

  • Als er al een of meerdere speelse, sociale katten in huis zijn, is het niet altijd nodig om twee kittens te nemen.
  • Maar: is de aanwezige kat al op leeftijd, dan wordt hij of zij niet beslist niet vrolijk van een kitten. Het is pertinent niet waar dat een kitten altijd geaccepteerd wordt.
  • Een kat die altijd alleen gewoond heeft, zal vrijwel nooit meer kunnen wennen aan een andere kat in huis. Ook niet aan een kitten.

Twee kittens bij een oudere kat?

Je hoort vaak dat het een goed idee is om twee kittens samen bij een oudere kat te plaatsen, zodat ze vooral elkaar bezig houden. Voorwaarde is dan wel dat er voldoende rust en ruimte overblijft voor de oudere kat om zich terug te trekken.
Is die kat al echt oud of kwetsbaar, bijvoorbeeld omdat hij doof is, last van artrose of nierproblemen heeft, dan kan de aanwezigheid van twee kittens toch heus te veel stress opleveren. Laat die oudere kat dan rustig genieten van zijn laatste levensjaren en kies weer voor twee kittens als hij er niet meer is.

Vergeet ook niet dat twee kittens kunnen samenwerken om gezamenlijk achter de oude kat aan te gaan!

Schema’s bedenken

Nooit doen: ingewikkelde schema’s bedenken met het idee om het nieuwe kitten in te zetten als afleiding voor een andere kat zodat een derde kat… Leuk verzonnen, maar in de praktijk pakt het meestal heel anders uit.

Maar ik heb altijd één kat gehad!

Natuurlijk kan het goed gaan (zie hierboven). Maar vraag je ook eens af of de omstandigheden toen anders waren dan nu. Was je bijvoorbeeld veel thuis omdat je studeerde? Of kon de kat toen veel naar buiten en woon je nu op een appartement? Had je vroeger kinderen die veel met de kat speelden en ben je nu wat ouder met minder energie of tijd om te spelen? Dat zijn allemaal factoren die er aan bijdragen dat het eerder met andere katten goed ging, maar nu niet meer. En misschien had je per toeval altijd rustige kittens en heb je nu een druktemakertje uitgekozen!